Nou eh, daarom!
Ik heb in mijn werkzame leven heel wat afgeschreven: boeken, artikelen, recensies, commentaren en columns en nu nog blogs. Ik kwam recent een paar ordners tegen waarin ik uitgeknipte ‘werken’ van mezelf heb bewaard. Ik schreef met name over opvoeden, maar later ook over relaties en seksualiteit, voor tijdschriften als ‘Kinderen’, ‘Bambino’ en ‘Eva’.
Vanmorgen kwam ik een artikel uit 2009 tegen met de titel ‘Waarom? Nou eh, daarom’. In dat artikel ging ik in op vragen van kinderen als: ‘Mama, waar is opa nu?’, ‘Waarom mag ik niet met vreemden mee?’, ‘Hoe komt er nou een baby’tje in je buik?’, ‘Houdt papa niet meer van ons?’ en ‘Waarom loopt die mevrouw toch zo gek?’.
In de beantwoording van deze vragen hield ik rekening met het niveau van het kind, het begrip voor de vraag van het kind, en de bedoeling van het antwoord. Maar ook is het goed om rekening te houden met de omgeving en het bijzondere van de situatie waarin je je bevindt.
Zo geef je in de rij van de supermarkt een ander antwoord op de vraag ‘waarvoor zijn tampons’ dan dat je thuis zal doen en uitleg over een vraag waarom iemand er (bv. door een ziekte of handicap) anders uitziet zal je waarschijnlijk ook met andere bewoordingen doen als de persoon in kwestie het kan horen of niet.
Ook kun je uitstel vragen door het kind voor te stellen er thuis nog even over verder te praten, omdat je er misschien nog even goed over na wilt denken. En er zijn natuurlijk ook vragen waarop je het antwoord helemaal niet weet. Ook is het niet verkeerd om dat eerlijk te zeggen. Kinderen komen er toch vroeg of laat wel achter dat je als ouder niet alwetend bent.
En zo komen we vanzelf bij de ‘WAAROM’ vragen. Die we voornamelijk associëren met vragen van kinderen.Die kunnen onuitputtelijk zijn. Soms zijn ze grappig en soms kunnen ze leiden tot veel strijd. Grappig is de peuter die vraagt: ‘hoe heet die meneer’, waarop de ouder zegt ‘Piet’. ‘Waarom heet hij Piet?’, ‘Ik denk omdat zijn vader en moeder dat een leuke naam vonden’, ‘Waarom vonden ze dat een leuke naam?’ en ga zo maar door.
WAAROM kan ook een wapen zijn in de strijd tussen ouder en kind en kan elke antwoord van de ouder leiden tot een nieuwe vraag. ‘Waarom moet ik om 10 uur thuis zijn?’, ‘Omdat je op tijd naar bed moet’, ‘Maar waarom moet ik dan op tijd naar bed?’ ‘Omdat je de volgende dag op tijd op moet staan om te voetballen’. ‘Waarom moet ik eigenlijk voetballen?’ en ga zo maar door. Dit is meestal geen vraag van een kind om een echt antwoord te krijgen maar een vraag om ‘zijn zin’ te krijgen. Als dat zo is kun je een aantal dingen doen.
- Doorgaan met het ‘waarom-spel’
- Ingaan op de inhoud, dus zeggen dat je best begrijpt dat het niet leuk is om als eerste van het feestje weg te moeten, maar het kind eraan herinneren dat hij lekkerder voetbalt als hij fit is.
- Of reageren met ‘Waarom? Nou eh, daarom’.
Waaromvragen zijn niet alleen kindervragen, het kan ook een ding zijn in relaties tussen volwassen. Onze kinderen al lang volwassen, dus opvoeding is niet meer aan de orde. Toch is de ‘WAAROM-DAAROM’ momenteel weer heel actueel bij ons thuis, maar dan in de relatie tot mijn partner. Daar kun je misschien van alles bij bedenken, bv. ‘ruim je jas even op’, ‘Waarom?’, ‘Daarom.’ of ‘Wil je vanavond koken?’ ‘Waarom?’, ‘daarom’. Gelukkig gebruiken wij deze quote (waarom-daarom) niet op deze manier.
Ik zal nu maar even concreet worden. We hebben thuis minstens 40 meter aan boeken. Geen probleem, want we hebben ook een groot huis, met voldoende ruimte. Maar toch hebben we gedacht dat we als we ooit eens gaan verhuizen we niet al die boeken mee gaan nemen. Dus zijn we begonnen met ‘ontboeken’.
Ellen Massaro zegt daarover het volgende:
‘Boeken zijn meestal niet het makkelijkste onderdeel van een huis-opruimproject. Ze horen bij een deel van je leven, zijn meubilair geworden, zijn je geheugen en staan vertrouwd. Dus als je je boeken wilt uitzoeken is het goed om je af te vragen of het nog eens gelezen wordt, of het je dierbaar is, of het tijdloos is en of je het nog weleens gebruikt als naslagwerk, nu dit ook digitaal kan.’
Wij zijn thuis begonnen om plank voor plank en boek voor boek onder handen te nemen. Maar gezien onze onderlinge verschillen waren we bang dat elke boek een onderwerp van discussie kon worden en daar hebben we echt geen trek in.
Dus hebben we er het volgend op bedacht. We pakken een boek en kijken eerst van wie hij is, meestal is dat snel duidelijk. De ‘eigenaar’ mag een voorstel doen: blijven, weggeven (aan kringloop, weggeefkast of iemand anders) of afval. En nu komt het ‘waarom’ naar voren. Die vraag stellen we niet aan elkaar. Dus is zeg niet ‘waarom wil je dat nu nog bewaren, je kijkt er toch nooit meer in’, of ‘waarom doe je dit weg, dat is toch zonde van zo’n mooi boek’. Maar stel nu dat ik iets weg wil gooien en mijn partner wil het boek nog graag houden, dan mag dat ook, zonder dat hij mij hoeft te overtuigen van zijn motivatie.
En dit gaat goed, het is dus eigenlijke impliciet: Waarom … Daarom. Misschien moeten we dat op meer terreinen van onze relaties eens uitproberen.