Wat kunnen ze van elkaar leren
In coronatijd missen mensen hun dagelijkse of wekelijkse activiteiten. Zo zijn veel mensen thuis, niet omdat ze thuis werken, maar omdat ze hun baan zijn kwijt geraakt of omdat ze ziek zijn. Mensen missen vaak een deel van hun sociale leven, omdat ze niet naar de kerk kunnen, niet naar de sportschool, niet naar de film, niet naar het theater en niet op familiebezoek kunnen.
Maar over twee activiteiten in het bijzonder wil ik het in deze blog hebben. Dat is het kerkbezoek en de sportschool. Hebben die iets met elkaar te maken? Jazeker. Ik zal twee voorbeelden noemen, maar er zijn er vast nog veel meer.
In 1 Korintiërs 6, voor de bijbellezers onder ons en voor de mensen die nieuwsgierig zijn, staat dat je lichaam een tempel is van de Heilige Geest. Daarmee wordt bedoeld dat je goed voor je lichaam moet zorgen. Als je dat doet eer je God die je lichaam gemaakt heeft. Dat betekent dat het belangrijk is dat je gezond eet, voldoende beweegt, voldoende slaapt en lief bent voor jezelf. Daar kan de sportschool een rol in spelen. Op de sportschool kun je werken aan het verbeteren van je conditie, het versterken van je spieren, afvallen of juist wat aankomen en goed zorgen voor je lichaam zodat je lijf zo gezond mogelijk wordt of blijft.
In Hebreeën 12 vers 1 staat dat wij met volharding de wedloop lopen, die voor ons ligt. Dit betekent bijbels gezien dat we trachten om zoveel mogelijk zonder zonden te leven. Er staat niet dat we op een sukkelgangetje ons leven kunnen of mogen leven, maar dat we een wedloop lopen. Daarvoor is kracht, doelgerichtheid, uithoudingsvermogen en vitaliteit nodig. Ook daaraan kun je werken op de sportschool.
In deze coronatijd is me nog iets anders op gevallen.
Ik ben al heel lang lid van een kerkelijke gemeente. Sinds de lockdown zijn er geen zondagse diensten meer, maar wel alternatieve bijeenkomsten via Churchbook. Ik heb daar een paar keer naar gekeken, maar eerlijk gezegd heb ik er niet veel mee.
Ook de sportschool die ik normaal bezoek doet zijn best om activiteiten aan te bieden om ook in deze tijd te werken aan een gezond lichaam. Oefeningen die je thuis kan doen, een programma voor gezond te eten en binnenkort beginnen ze met het trainen in de buitenlucht.
En de sportschool doet nog iets. Ze bellen. In de periode waarin de sportschool gesloten is ben ik al drie keer gebeld door iemand van de sportschool die vraagt hoe het met mij gaat. Niet omdat ik een speciaal geval ben of aan een ernstige ziekte lijd, maar gewoon omdat ze dat bij iedereen doen. Ze vragen ook of ze nog wat voor je kunnen betekenen. Kijk, je kunt natuurlijk negatief zijn en denken ‘dat doen ze om je vast te houden als klant’ en natuurlijk zal dat ook een rol spelen. Maar ze doen het toch maar, en dat is heel prettig, heel persoonlijk en heel aardig. En zo doen ze het met alle leden. Wat een klus, zal je denken, maar ze doen het, ze luisteren, ze tonen interesse en indien mogelijk denken ze mee over een antwoord.
Nu de kerk. Sinds de lockdown heb ik persoonlijk niets van ze gehoord. Niemand heeft met mij contact gezocht. Niemand heeft me gebeld of gemaild en gevraagd hoe het met mij gaat en of ze me nog ergens mee kunnen helpen. Niemand heeft zich aangeboden om een luisterend oor te zijn. Natuurlijk, er zijn misschien 500 leden, dus dat is wel een klus, maar volgens mij heeft mijn sportschool ongeveer evenveel leden, dus dat kan het probleem niet zijn. Maar wat is het probleem dan wel? Geen idee eerlijk gezegd.
Ik wil echt de sportschool niet boven de kerk zetten en ons zweten in de sportschool niet boven ons geloofs- en kerkelijk leven, maar misschien kunnen sommige kerken nog een hoop leren van de sportscholen en de sportscholen kunnen, zonder dat ze dat weten, een hoop betekenen voor het geestelijk leven van zijn leden.
Ik hoop trouwens dat onze kerk een uitzondering is of dat ik een uitzondering ben, die de regel niet bevestigt.
Oeps,een gemiste kans zou ik zeggen. Gelukkig heeft onze gemeente veelvuldig maal contact met ons gehouden. Ik hoop voor jou en anderen dat ze de telefoon eens pakken.
Persoonlijk denk ik dat de schaapjes elkaar warm moeten houden.