Selecteer een pagina

Of toch maar met de trein om vliegschaamte te voorkomen.

‘Dan liever de lucht in’ is een uitspraak van Jan Carel Josephus van Speijk (historiek.net). Bij lezers van mijn generatie zal bij deze leus wel een lampje gaan branden, maar na wat navraag blijkt dat veel jonge mensen nog nooit van Van Speijk hebben gehoord. Jan van Speijk werd geboren op 31 januari 1802 in Amsterdam. Al jong verloor hij beide ouders en kwam terecht in het Burgerweeshuis, waar hij eerst begon met de opleiding tot kleermaker, maar later het ruime sop koos en zeevaarder werd.

Na een carrière bij de marine, welke uiteindelijk leidde tot een bevordering tot buitengewoon luitenant-ter-zee der tweede klasse, werd Van Speijk vanuit Celebes teruggestuurd naar Nederland, in 1829, waar helaas tijdelijk geen werk voor hem was als marineofficier. Dit veranderde toen in 1830 de Belgische opstand uitbrak en Van Speijk het commando kreeg over een kanonneerboot, waarmee hij naar Antwerpen voer en daar werd aangevallen door Belgische bombardementen. Van Speijk gaf aan de bemanningsleden aan ‘liever de lucht in te gaan’ dan zich over te geven aan de vijand. Daardoor wakker geschud ging een scheepsjongen bemanningsleden waarschuwen, die overboord sprongen om het vege lijf te redden. Niet veel later liet Van Speijk (volgens isgeschiedenis.nl) het kruitruim ontploffen en ging zo met schip en al de lucht in.

Maar als we de uitspraak ‘dan liever de lucht in’ verplaatsen naar onze hedendaagse reisgedrag, dan heeft krijgt die leus een hele andere betekenis. Want hoe graag gaan wij nog de lucht in. Ik bedoel niet door opgeblazen kanonnen, maar door gebruik te maken van het vliegtuig om op de plaats van bestemming te komen, voor je vakantie, voor je werk, voor familiebezoek of om andere redenen. Of hebben we last van vliegschaamte, ‘flygskam’, een term die is overgevlogen uit Zweden en staat voor het gevoel van schaamte dat mensen ervaren wanneer ze gebruik maken van het vliegtuig terwijl er meer duurzame alternatieven zijn, zoals bijvoorbeeld de trein (greenseat.nl).

Een hoop geschiedenis en theorie, maar nu de werkelijkheid. Ik ben de afgelopen weken met de trein naar Rome heen en weer geweest. Van tevoren alles goed gepland, gereserveerde stoelen, genoeg tijd om over te stappen, alle reizen uitgeprint op papier, voor het geval mijn telefoon het zou opgeven. Tussendoor een stop en overnachting in München op de heen en de terugweg. Alles goed geregeld, weinig milieuschade en weinig stress voor iemand die ook enige last heeft van vliegangst.

Maar het ging al snel mis, de middag voor mijn vertrek begaf mijn telefoon het. Niemand in mijn omgeving had op dat moment een leen-telefoon, en volgens mijn kinderen kon ik het beste direct maar even een nieuwe kopen, want die van mij was uit het jaar kruik (2018). Ik heb nog even gegoogeld en in plaats van het jaar kruik, kun je ook zeggen ‘uit de prehistorie’, ‘uit het jaar nul’ of ’toen de boten nog van hout waren en de mannen van staal’. Maar ik vond een telefoon van 5 jaar helemaal nog niet zo oud, in elk geval te jong om het te begeven vooral nu ik in mijn eentje een grote reis ging maken. Dus toch maar ‘als de raphazen’ naar de winkel gerend en mijn gegevens laten overzetten net voor sluitingstijd.

En de volgende dag begon mijn 2-daagse milieuvriendelijke reis en 14 dagen later dezelfde reis weer terug naar Nederland. En ik heb het geweten, ik heb ongeveer alles meegemaakt wat je als treinreiziger kan meemaken. Ik zal een opsomming geven van de ‘highlights’ zoals ik ze noem, want ondanks de tegenslag geven ze toch sjeu (ook een woord uit het jaar kruik) aan mijn trip.

Goed, waar zal ik beginnen:

  1. Treinen die niet rijden en niemand kan je zeggen waarom.
  2. Mensen die op mijn gereserveerde stoel zaten en moeilijk deden toen ik ze liet weten dat ik graag op mijn gereserveerde plek wilde zitten.
  3. Of mensen die op een door mij gereserveerde stoel zaten en vonden dat zij iets anders moesten zoeken en ik per se op die plek moest gaan zitten, terwijl ik inmiddels een veel leuker plekje had gevonden.
  4. Treinen die te vroeg vertrokken, dus, kom je ruim op tijd, is de trein toch al vertrokken en waarom? Een antwoord heb ik niet gekregen.
  5. Met een hoop geschreeuw met z’n allen uit de trein worden gestuurd, waardoor je denkt dat er op zijn minst een bomaanslag dreigt. Blijkt het dat de trein technische problemen had en ze die eerst moesten verhelpen en dan met een lege trein een proefritje gingen maken om na een uur de passagiers weer in te laten stoppen.
  6. Als gevolg van een zware storm in Oostenrijk niet verder met de trein kunnen en met zoveel mensen in een bus worden gepropt, dat de mensen tot aan de voordeur stonden, waardoor de chauffeur niet meer kon kijken naar rechts of de weg veilig was en hij de passagiers vroeg om de beslagen ramen schoon te vegen en aan hem te vertellen of de kust veilig was.
  7. Een trein waar ik urenlang in zat en alle toiletten buiten gebruik waren.
  8. Het missen van aansluitingen door ernstige vertragingen.
  9. Een ware razzia, waarbij een politieteam met een hoop stampij, de hele trein doorloopt op zoek naar mensen zonder paspoort.
  10. Geen railcatering meer in Nederland las ik. Dat is sinds corona afgeschaft. In internationale treinen was het nog wel, maar daar was de koffie op.

Ik laat het bij deze 10. Elk probleem is redelijk opgelost en ik ben veilig in Roma en later weer in Alkmaar aangekomen. Bij het horen van deze belevenissen reageerde mensen met een hoop ach en wee en sommigen suggereerden dat het misschien handiger was om de volgende keer gewoon te gaan vliegen. Of om te spreken met Van Speijk ‘dan liever de lucht in’, niet door de trein op te blazen met kanonnen, maar gewoon gebruik te maken van het vliegtuig om van A naar B te komen.